Oefening in de Bijbelse eschatologie 1 en 2

Oefening in eschatologie uitgaande van het boek Daniël. Deel 1 en 2.

U wilt uw kennis van de Bijbelse Toekomstverwachting testen. U bent van harte welkom.

Bijbelse Toekomstverwachting uitgaande van het boek Daniël.

Het is de Heere Jezus die ons het advies geeft om eens beter te kijken naar het boek Daniël. De Heere doet dit in Zijn ‘rede over de laatste dingen in Marcus 13.’ De eindtijd van de Heere loopt uit op de verschijning van de ‘verwoestende gruwel’. Ditzelfde begrip komen we viermaal in het boek Daniël tegen. De Heere raadt ons aan om het boek Daniël eens serieus te bekijken voordat we proberen om Zijn eindtijd verhaal te begrijpen. Markus 13:14 Wanneer u dan de gruwel van de verwoesting, waarover door de profeet Daniël gesproken is, zult zien staan waar het niet behoort – laat hij die het leest, daarop letten! – laten dan zij die in Judea zijn, vluchten naar de bergen. Wij volgen dit advies natuurlijk op en proberen ons een indruk te vormen van de verwoestende gruwel in Daniël. Het boek Daniël kent verschillende toekomstverwachtingen. Dit begint feitelijk al in hoofdstuk 2. Wanneer koning Nebukadnezar een droom krijgt wordt Daniël erbij betrokken. Daniël zegt dat God de koning het een en ander wil laten zien over de toekomst. Daniël 2:28 Maar er is een God in de hemel Die verborgenheden openbaart. Hij heeft koning Nebukadnezar laten weten wat er in later tijd gebeuren zal. Hier begint de eschatologie uitgaande van het boek Daniël dat zich uit zal strekken tot diep in het Nieuwe Testament met de eschatologie van Jezus en Paulus en Johannes.

Het traject.

Het boek Daniël is fundamenteel voor de ontwikkeling van een Bijbelse eschatologie. Vanuit Daniël kunnen we de lijn doortrekken naar het Nieuwe Testament: de rede van de Heere Jezus over de laatste dingen in Marcus 13/Mattheüs 24/Lucas 21. Ook kennen we de (kleine) eschatologie van de apostel Paulus uit 2 Thessalonicenzen 2. De eschatologie van Johannes – ingegeven door de Heere Jezus – treffen we aan in het boek Openbaring. Vanuit het boek Daniël kunnen we nieuwe sporen ontdekken in de genoemde boeken van het Nieuwe Testament. Hopelijk zijn de overeenkomsten voldoende om u ervan te overtuigen dat we de lijn doortrekken van het Oude naar het Nieuwe Testament, maar er zijn zeker ook verschillen. Dat laatste is gunstig omdat we telkens weer nieuwe dingen ontdekken op hetzelfde traject. De beelden vullen elkaar aan zodat we tot een redelijk compleet plaatje komen.

Werkwijze van de code.

De code is een speelse manier om u de Bijbelverhalen te laten lezen. U kunt zich dan zelf een eerste indruk vormen. De beantwoording van de vragen moet daarbij helpen. De eerste letter van het laatste antwoord is de code-letter. Wil die invullen in het rechthoekje wat u er onder vindt. Als de letter juist is ontvangt u toegang tot het achterliggende verhaal.

De eerste oefening

De eerste oefening in eschatologie beperkt zich tot Daniël 2. Koning Nebukadnezar heeft een droom gehad over een groot beeld dat opgebouwd is uit verschillende metalen; goud, zilver, brons en ijzer. Na verloop van tijd raakt er een rotsblok op de bergen los. Het rolt naar beneden en verpulvert het grote beeld. De rots verspreidt zich over de hele aarde. Het is Daniël die – namens God – zowel de droom als de betekenis vertelt.

Daniël 2:26-45

26 De koning antwoordde en zei tegen Daniël – zijn naam was Beltsazar –: Bent u in staat mij de droom te laten weten die ik gezien heb, en de uitleg ervan? 27 Daniël antwoordde in de tegenwoordigheid van de koning en zei: De verborgenheid die de koning vraagt, kunnen wijzen, bezweerders, magiërs en toekomstvoorspellers de koning niet te kennen geven. 28 Maar er is een God in de hemel Die verborgenheden openbaart. Hij heeft koning Nebukadnezar laten weten wat er in later tijd gebeuren zal. Uw droom en de visioenen die u voor ogen kwamen op uw bed, zijn deze: 29 Terwijl u, o koning, op uw bed lag, kwamen er gedachten in u op over wat hierna gebeuren zal. En Hij Die de verborgenheden openbaart, heeft u laten weten wat er gebeuren zal. 30 Mij nu, aan mij is deze verborgenheid geopenbaard, niet door een wijsheid die in mij is boven alle levenden, maar daarom dat men de koning de uitleg ervan zou laten weten en dat u de gedachten van uw hart zou weten. 31 U, o koning, keek toe, en zie: een groot beeld. Dit beeld was hoog, de glans ervan uitzonderlijk. Het stond voor u. De aanblik ervan was schrikwekkend. 32 Het hoofd van dit beeld was van goed goud, zijn borst en zijn armen waren van zilver, zijn buik en zijn dijen van brons, 33 zijn benen van ijzer, zijn voeten gedeeltelijk van ijzer, gedeeltelijk van leem. 34 Hier keek u naar, totdat er, niet door mensenhanden, een steen werd afgehouwen. Die trof dat beeld aan zijn voeten van ijzer en leem, en verbrijzelde die. 35 Toen werden het ijzer, het leem, het brons, het zilver en het goud tegelijk verbrijzeld. Ze werden als kaf op een zomerdorsvloer. De wind voerde ze weg, zodat er geen spoor van teruggevonden werd. Maar de steen die het beeld getroffen had, werd tot een grote berg en vulde de hele aarde. 36 Dit is de droom. Nu zullen wij de uitleg ervan in de tegenwoordigheid van de koning vertellen: 37 U, o koning, bent een koning der koningen, want de God van de hemel heeft u het koningschap, macht, sterkte en eer gegeven. 38 Overal waar de mensenkinderen wonen, heeft Hij de dieren van het veld en de vogels in de lucht in uw hand gegeven. Hij heeft u aangesteld tot heerser over dit alles. U bent dat gouden hoofd. 39 Na u zal een ander koninkrijk opkomen, lager in waarde dan het uwe. Daarna nog een ander, het derde koninkrijk, van brons, dat heersen zal over de hele aarde. 40 En het vierde koninkrijk zal sterk zijn als ijzer, want het ijzer verbrijzelt en vergruist alles. Juist zoals het ijzer alles verplettert, zo verbrijzelt en verplettert dit koninkrijk alles. 41 Dat u verder de voeten en de tenen, gedeeltelijk van leem van een pottenbakker en gedeeltelijk van ijzer, gezien hebt – dat zal een verdeeld koninkrijk zijn. Het zal iets hebben van de hardheid van ijzer – juist daarom zag u ijzer vermengd met modderig leem. 42 En de tenen van de voeten, gedeeltelijk van ijzer en gedeeltelijk van leem – dat koninkrijk zal gedeeltelijk sterk zijn en gedeeltelijk broos. 43 Dat u gezien hebt ijzer vermengd met modderig leem – ze zullen zich door menselijk zaad vermengen, maar ze zullen zich niet aan elkaar hechten, zoals ijzer zich niet vermengt met leem. 44 In de dagen van die koningen zal de God van de hemel echter een Koninkrijk doen opkomen dat voor eeuwig niet te gronde zal gaan en waarvan de heerschappij niet op een ander volk zal overgaan. Het zal al die andere koninkrijken verbrijzelen en tenietdoen, maar zelf zal het voor eeuwig standhouden. 45 Daarom hebt u gezien dat, niet door mensenhanden, uit de berg een steen werd afgehouwen, die het ijzer, brons, leem, zilver en goud verbrijzelde. De grote God heeft de koning laten weten wat er hierna geschieden zal. De droom is waar en de uitleg ervan betrouwbaar.

De eerste vraagstelling.

Lees Daniël 2 en beantwoord de volgende vragen.
1. Het grote standbeeld verbeeldt de opeenvolging van vier wereldrijken. Hoe weet u – vrij zeker
– dat het om vier opeenvolgende rijken gaat.
2. Welk ‘wereldrijk’ is het eerste van de vier rijken, die genoemd worden?
3. Kent u de namen van de drie volgende ‘wereldrijken’ van het Midden Oosten? (Lees Daniël 8
voor de naam van rijk twee en drie. Het vierde rijk moet u zelf uitvogelen.)
4. Tijdens welk ‘wereldrijk’ breekt – volgens deze droom – het Koninkrijk van God aan? Noem het getal van het rijk.
5. Klopt de voorzegging van God? Met andere woorden: Is het Koninkrijk van God er gekomen tijdens het vierde rijk en heeft het zich wereldwijd verspreid? Ja/nee want ……………………
6. Weet u hoeveel tijd er lag tussen de voorzegging en de uitkomst van deze profetie?

De tweede oefening.

De tweede oefening in eschatologie beperkt zich tot Daniël 7. Daniël ontvangt een visioen van God. In dat visioen ziet hij vier dieren opkomen uit de zee. Het zijn vier wereldrijken die een bedreiging vormen voor God en het volk van God. Daniël heeft vooral belangstelling voor het vierde dier waarbij de vijandschap tegen God en Zijn volk een climax vormt in de geschiedenis. Maakt de wereld een vuist tegen de God van Israël, God heeft Zijn geheime wapen, de Mensenzoon. Uiteindelijk overwint de Mensenzoon alle machten die tegen God opstaan. Hij vestigt Zijn eeuwig Koninkrijk op aarde en laat de heiligen daarin delen.

Daniël 7:13-27

13 Ik keek toe in de nachtvisioenen, en zie, er kwam met de wolken van de hemel Iemand als een Mensenzoon. Hij kwam tot de Oude van dagen en men deed Hem voor Zijn aangezicht naderbij komen.
14 Hem werd gegeven heerschappij, eer en koningschap, en alle volken, natiën en talen moesten Hem vereren. Zijn heerschappij is een eeuwige heerschappij, die Hem niet ontnomen zal worden, en Zijn koningschap zal niet te gronde gaan.
15 Ik, Daniël, was tot in het diepst van mijn geest geraakt, en de visioenen die mij voor ogen kwamen, verschrikten mij.
16 Ik kwam in de nabijheid van een van hen die daar stonden, en vroeg hem naar de juiste betekenis van dit alles. Hij vertelde die mij en liet mij de uitleg van deze zaken weten:
17 Die grote dieren, die vier in getal zijn, zijn vier koningen, die uit de aarde zullen opstaan.
18 De heiligen van de Allerhoogste zullen echter het koningschap ontvangen. Zij zullen het koningschap in bezit nemen tot in eeuwigheid, ja, tot in der eeuwen eeuwigheid.
19 Toen wilde ik de ware betekenis weten van het vierde dier, dat verschilde van al de andere – uitzonderlijk schrikwekkend, zijn tanden waren van ijzer, zijn klauwen van brons, het at, verbrijzelde en de rest vertrapte het met zijn poten –
20 en van de tien hoorns die op zijn kop zaten en van die andere, die oprees en waarvoor er drie afgevallen waren, namelijk die hoorn die ogen had en een mond vol grootspraak en waarvan de verschijning groter was dan die van zijn metgezellen.
21 Ik had namelijk toegekeken en gezien dat die hoorn oorlog voerde tegen de heiligen en dat hij hen overwon,
22 totdat de Oude van dagen kwam, de heiligen van de Allerhoogste recht verschaft werd en het tijdstip was bereikt dat de heiligen het koningschap in bezit namen.
23 Hij zei het volgende: Het vierde dier zal het vierde koninkrijk op aarde zijn, dat verschillen zal van al de andere koninkrijken. Het zal heel de aarde verslinden, het zal haar vertrappen en haar verbrijzelen.
24 En de tien hoorns duiden aan dat uit dat koninkrijk tien koningen zullen opstaan, en na hen zal een ander opstaan. Die zal verschillen van die er eerder geweest waren. Drie koningen zal hij vernederen.
25 Woorden tegen de Allerhoogste zal hij spreken, de heiligen van de Allerhoogste zal hij te gronde richten. Hij zal erop uit zijn bepaalde tijden en de wet te veranderen, en zij zullen in zijn hand worden overgegeven voor een tijd, tijden en een halve tijd.
26 Daarna zal het gerechtshof zitting houden: men zal hem zijn heerschappij ontnemen, hem verdelgen en volledig vernietigen.
27 Maar het koningschap en de heerschappij en de grootheid van de koninkrijken onder heel de hemel zullen gegeven worden aan het volk van de heiligen van de Allerhoogste. Zijn koninkrijk zal een eeuwig koninkrijk zijn, en alles wat heerschappij heeft, zal Hem eren en gehoorzamen.

De tweede vraagstelling.

Lees Daniël 7 en beantwoord de volgende vragen.

  1. Terwijl de opstandige volken worden vernietigd, ontvangt het volk van God een eeuwig
    koningschap. Wie wordt hun koning?
  2. Wat wil het volgens u zeggen dat ‘er kwam met de wolken van de hemel Iemand als een
    Mensenzoon?’ Wat zegt het bijwoord ‘als’ bij ‘een Mensenzoon’.
  3. Wat wil het volgens u zeggen dat de Mensenzoon ‘kwam met de wolken van de hemel en dat
    Hij kwam tot de Oude van dagen en dat men ‘Hem voor Zijn aangezicht naderbij deed komen?’
  4. Wat werd aan de Mensenzoon gegeven door God?
  5. Wat doet het vierde wereldrijk om de gedachte aan God en Zijn volk te niet te doen?
  6. Een van de typische begeleidende verschijnselen van de eindtijd wordt hier genoemd. Het is een antwoord op de vraag: ‘Hoelang duurt die zware tijd?’ Wat is ditmaal de uitdrukking? Wat is uw idee over de betekenis ervan?
  7. Wie maakt een definitief eind aan de macht van het vierde wereldrijk?
  8. Het einde van de opstandige wereldmacht betekent het begin van het eeuwige Koninkrijk van
    God. Wat is kenmerkend voor de burgers van dit rijk?
  9. Codevraag: Weet u ook Wie – in de geschiedenis en in de Bijbel – de titel ‘Mensenzoon’ op Zichzelf betrokken heeft? Voer in het onderstaande tekstveld de eerste letter van het antwoord in: